Zo fijn, jij begrijpt me tenminste! Aan jou heb ik ten minste iets….
Herken je dat? Dat je vaak gewaardeerd wordt omdat je zo begripvol bent? Begrip voor de ander, de situatie, de omstandigheden. Steeds weer in staat om van perspectief te wisselen. In de kern is er niets mis met begrip hebben. Het gaat schuren als dat begrip de andere emoties, zoals boosheid, overwoekert. Waardoor je vanuit dit begrip (weer) over je grenzen laat gaan als je met een glimlach zegt dat je dit eigenlijk niet meer wil.
Boosheid als primaire en secundaire emotie
Elmer Hendrix maakt in zijn boek ‘Volwassen worden voor volwassenen – een weg naar emotionele volwassenheid’ een helder onderscheid tussen boosheid als primaire en als secundaire emotie.
- Primaire emotie ontstaat als er over jouw grenzen wordt gegaan, de boosheid verschaft je dan de kracht om je grenzen aan te geven. Het is een functionele, volwassen emotie die alleen ontstaat wanneer dat nodig is en verdwijnt daarna weer.
- Het onderdrukken van deze primaire boosheid (vaak een oud patroon omdat er bijvoorbeeld vroeger geen ruimte was om boos te worden) leidt onherroepelijk tot een secundaire emotie. Deze kan als een soort van aura jarenlang om je heen blijven hangen. Je kunt je onmachtig voelen met daaruit voortkomende woede of slachtofferschap, klagen, jezelf wegcijferen of overdreven vrolijkheid. Soms is het zelfs zo dat je je boosheid zo ver hebt weggestopt, dat je deze zelfs in acute situaties niet meer kunt voelen, als primaire boosheid op zijn plaats zou zijn.
Word je vaak en makkelijk boos? Of voel je vaak een sluimerende en onverklaarbare boosheid?
- Als het antwoord ‘ja’ is, weet dan dat het om secundaire boosheid gaat. Het is helpend te onderzoeken welke primaire pijn daaronder zit;
- Als het antwoord ‘nee’ is, ben je mogelijk op dit gebied volwassen. Of heb je moeite met het aangeven van grenzen en het toelaten van je primaire boosheid. Dan vraagt juist dat laatste om nog wat zelfonderzoek.
Als je geen beschikbaarheid hebt over je boosheid, heb je het ook niet over je kracht.
Veel leiders zie ik hier mee worstelen. Ze slikken hun boosheid in, bijvoorbeeld omdat ze niet als autoritaire leider gezien willen worden. Of omdat ze vinden dat ze voor alles-en-iedereen begrip moeten hebben, eerst begrijpen en dan begrepen worden. Of omdat ze besloten hebben dat zij het echt anders gaan doen dan hun voorganger. Ze zeggen wellicht nog wel ‘ns dat ze teleurgesteld zijn, maar daar houdt het wel op. Ze onderdrukken hun boosheid, grossieren in begrip voor de ander en pleasen tot ze een ons wegen. En zo vloeit met hun boosheid ook hun kracht weg.
Het is belangrijk om te onderzoeken waar jouw grenzen niet gerespecteerd zijn en hoe dat wellicht nog steeds het geval is. Hoe je je boosheid ooit binnen hield om een belangrijke ander niet te confronteren met zijn of haar krachteloosheid. Hoe je ‘liever’ inslikt wat je te zeggen hebt dan dat je het risico loopt dat je in de steek wordt gelaten. Hoe je door altijd aardig of vrolijk te zijn, voorkomt dat iemand wellicht iets onaardigs gaat zeggen. Hoe je je boosheid toedekt met begrip en compassie. Hoe er wellicht sprake is ven een overgenomen emotie. De ontstaansgeschiedenis ontrafelen van ‘ik ben niet boos, ik ben teleurgesteld’ helpt om hier zicht op te krijgen en boos te kunnen zijn als het nodig is. In contact met jezelf, in contact met de ander.
Als je geen beschikbaarheid hebt over je boosheid, heb je het ook niet over je kracht. Het is belangrijk om hier meer eigenaarschap in te nemen, om tijdig te (h)erkennen waar iemand over de grens gaat en daar duidelijk in te zijn. Allereerst voor jezelf, zodat je de kracht van boosheid kunt benutten. En als jij je grenzen aangeeft, kunnen anderen daarbinnen vrij bewegen!
Worstel jij ook wel eens met ingehouden boosheid? Heb jij de overtuiging dat boos worden een teken van zwakte is? Of is er iets anders rondom het thema boosheid waar je in vast loopt? Neem contact met me op om te onderzoeken of ik je hierin kan begeleiden.